Het beleidsplan ziet namelijk voor dat als bij de regelmatige controle blijkt dat een speeltoestel niet meer veilig is dit weggehaald wordt. Alleen als buurtbewoners in eigen initiatief om een vervangend speeltoestel vragen, komt er dat ook. Dit principe heeft als doel meer mensen bij de speelplaatsen in de wijk te betrekken. Echter op dit moment zijn maar bij 4 van de 39 speelplaatsen in de gemeente buurtbewoners actief.
Tijdens de behandeling in de Commissie Samenleving en Milieu op 5 april j.l. waren er veel vragen en zorgen over dit deel van het beleidsplan. Wethouder Vandermeulen (D66) wilde echter het beleidsplan op dit punt niet aanpassen. Daarom is op mede initiatief van de VVD een amendement geformuleerd (zie bijlage). In dit amendement wordt het college opgedragen:
- ‘Indien er bij het weghalen van onveilige en/of defecte speeltoestellen geen burgerinitiatieven bij de betreffende speelruimten ontstaan de gemeente haar verantwoordelijkheid neemt en gelet op het aantal en de leeftijdscategorie van de aanwonende kinderen, jeugd en jongeren een nieuw speeltoestel of voorziening plaatst.
- Wanneer er in wijken en buurten geen initiatieven ontstaan voor onderhoud of actualisatie (gezien de populatie van de wijk of buurt) van de speelruimten de gemeente haar verantwoordelijkheid neemt en de speelruimten in stand en ingericht,schoon, veilig, leefbaar en aangepast aan de doelgroep houdt’.
De VVD is verder blij dat er extra geld vrijgemaakt wordt voor een inhaalslag bij de speelplaatsen. Het besluitvormingstraject bij de gemeente is echter zo lang, dat de VVD verwacht dat dit voor 2016 gebudgetteerde geld niet in 2016 kan worden uitgegeven.