Brandweerzorg in het geding?

Voor de VVD Gennep is een goede brandweerzorg essentieel voor de veiligheid in de gemeente Gennep. Nu bereikt ons informatie dat de veranderingen in de brandweerzorg die de gemeenteraad op 6 januari jl. ter kennisgeving heeft aangenomen in ontoereikende mate worden omgezet. Dit is dan ook reden genoeg voor de VVD fractie om dit onderwerp voor de eerst volgende vergadering van de commissie Bestuur en Organisatie te agenderen.

Ter informatie: De gemeenteraad van Gennep heeft op 6 januari 2014 besloten een zienswijze in te dienen bij de Veiligheidsregio Limburg-Noord ten aanzien van de documenten Dekkingsplan versie 2.0, Visie Brandweervrijwilligers versie 1.2, Visie Repressie 1.2 en Notitie informatie Brandveilig Leven.

Gedurende de verkiezingscampagne is de VVD fractie op werkbezoek geweest bij de brandweerkazerne Gennep en de brandweervrijwilligers. Hierbij heeft onze fractie vernomen dat er twijfels zijn over het gebruik en bemensing van het Snelle Interventievoertuig en dat de samenwerking tussen de Kazerne in Gennep en de Veiligheidsregio deels problematisch verloopt.

Tevens heeft de VVD fractie vernomen dat de Veiligheidsregio meer tijd nodig heeft om op de zienswijzen te reageren, maar vooralsnog wordt wél vastgehouden aan de invoer van de Snelle Interventie Eenheid op 1 april a.s.! Wat de VVD betreft is het van essentieel belang dat de brandweervrijwilligers die wij in de gemeente Gennep hebben worden betrokken bij de nieuwe ontwikkelingen. Uit de reacties van de brandweerlieden begrijpen wij dat dit niet in voldoende mate plaatsvindt. Het lijkt de VVD dan ook wenselijk om hierover van gedachte te wisselen met de portefeuillehouder en met name ook met de overige fracties die even als de VVD fractie op 6 januari jl. het belang van de vrijwilligers hebben onderstreept.

Het moet tijdens dit overleg onder andere gaan over de volgende vragen:

  1. Wat is de stand van zaken t.a.v. de door de raad unaniem besloten zienswijze?
  2. Wat is de stand van zaken m.b.t. de invoering van de Snelle Interventie Eenheid?
  3. In welke mate worden de brandweervrijwilligers betrokken bij de ontwikkelingen?